Glorie in de armen

India heeft drie belangrijke joodse gemeenschappen, namelijk de Bene Israël, de Cochinis en de Bagdadis. Onder hen zijn de Bene Israel de meest geïndustrialiseerde van het land. Vanaf een zeer vroege periode namen de Bene Israëlische Joden actief deel aan de militaire en marine-expedities van de inheemse heersers zoals de Angrias en Shivaji. Zij hebben ook hun stempel gedrukt als soldaten en officieren in dienst van de Engelse Oost-Indische Compagnie. De militaire dienstplicht bracht hen niet alleen naar verschillende delen van India, maar ook naar verre oorden zoals Afghanistan, Birma en Egypte. Ze dienden met grote onderscheiding en moed in alle campagnes in binnen- en buitenland en de Britse militaire records spraken hoog op over de moed van deze soldaten. Ondanks hun dapperheid verliep alles niet vlekkeloos voor het Bene Israël, aangezien de Britse rassenhaat aandrong op het behoud van de Europese en Euraziatische troepen. Als gevolg daarvan zijn veel van de Bene Israelische joden overgestapt op witteboordenbanen in de civiele sector. Toen India de vrijheid bereikte, bleven veel leden van de Bene Israel-gemeenschap met eer dienen.